Bron foto: Wikipedia commons
Plaats in het dierenrijk
Tapijtkevers (Anthrenocerus)
[table id=28 /]
Eerste wetenschappelijke naamgeving Anthrenus verbasci door Linnaeus in 1767
1. Algemeen
Tapijtkevers vallen onder de familie van de spekkevers (Dermestidae). De meest voorkomende soort is de gewone tapijtkever (Anthrenus verbasci L.). Tapijtkevers zijn materiaalaantasters, over het algemeen materialen van dierlijke herkomst, soms plantaardig materiaal. Tapijkevers kennen een volkomen gedaanteverwisseling (ei-larve-pop-volwassen insect/imago). Dit betekent dat de larven die uit de eitjes tevoorschijn komen niet lijken op de volwassen kever.
2. Schade
Tapijtkevers kunnen behoorlijke schade aanbrengen aan materialen denk hierbij aan wollen producten zoals tapijt of kleden, dierenhuiden, haren en veren. Soms eten ze ook plantaardige materialen zoals graan. De schade wordt veroorzaakt door de larven welke in het bezit zijn van bijtende monddelen. Aantasting van bouwvilt is een bekend verschijnsel. Bouwvilt bestaat vaak uit paardenhaar en kan volledig worden weggevreten waardoor het zijn functie als tussenlegger tussen betonnen elementen in de bouw, verliest. Tapijtkevers (larven) vormen ook een groot risico voor collecties en verzamelingen zoals opgezette dieren maar ook kleden of boeken met lederen rug.
3. Uiterlijke kenmerken
De volwassen kever is 2-3 mm. groot. De dekschilden zijn zwart gekleurd. Over de rug zijn wit-geel-bruine banden zichtbaar in een onregelmatig patroon. De kevers hebben korte antennen. De larven zijn afhankelijk van het stadium, 0,5-5 mm. lang. Het lichaam loopt aan de achterzijde breed uit. Ze zijn sterk behaard met aan de achterzijde staartharen. Over het lichaam hebben ze afwisselen licht- en donker gekleurde strepen.
4. Voedsel
Volwassen kevers leven van stuifmeel en nectar. De larven voeden zich alleen met dierlijk materiaal zoals dode insecten, huiden, veren of haren.
5. Ontwikkeling en leefwijze
Afhankelijk van omstandigheden en voedsel duurt de volledige ontwikkeling van ei tot volwassen insect tussen 9 – 12 maanden. Het vrouwtje legt eitjes in een omgeving waar voedsel voor de larven aanwezig is zoals in nesten van dieren bv. vogelnesten en (oude)wespennesten, maar ook opgezette dieren en wollen producten. De kevers kunnen goed vliegen en worden door licht aangetrokken. Binnen gebouwen zullen ze daarom gemakkelijk op vensterbanken worden aangetroffen.
- tapijtkevers worden vaak aangetroffen na een besmetting met overwinterende vliegen, wespen of muizen. Wanneer grote aantallen vliegen in het voorjaar de weg naar buiten niet kunnen terug vinden zullen deze dood gaan en door de tapijtkevers worden opgeruimd. Dit geldt ook voor een verlaten wespennest of na een besmetting met muizen. Door een tekort aan voedsel wanneer deze voedingsbron op is, kunnen larven of kevers een woning verder binnendringen. Ook om deze reden dienen dode dieren en hun nesten dan ook te worden verwijderd.
6. Verspreiding en habitat
Tapijtkevers zijn in Nederland en België algemeen voorkomend.
7. Sporen
Aanwezigheid van tapijtkevers zal over het algemeen worden vastgesteld doordat larven of volwassen exemplaren worden aangetroffen.
8. Preventie en bestrijding
preventie
In woningen kunnen tapijtkevers het best worden voorkomen door bv. na het broedseizoen vogelnesten onder dakpannen te verwijderen en door dode dieren na een periode van overlast (vliegen, wespen, muizen) of na een bestrijdingsactie te verwijderen. Ook wanneer slechts enkele exemplaren worden waargenomen is het van belang deze weg te vangen.
bestrijding
Door het treffen van preventieve maatregelen kan overlast in veel gevallen worden voorkomen. In woningen zal een bestrijdingsactie dan ook over het algemeen niet noodzakelijk zijn. In die gevallen dat een bestrijding noodzakelijk is kan worden gekozen voor een naden- en kierenbehandeling met een residueel werkend middel of deze te combineren met een oppervlaktebehandeling bij een aantasting van tapijten of vloerbedekking. Laat dit werk uitvoeren door een professioneel plaagdierbeheersbedrijf. Het uitvoeren van een bestrijding door gebruikmaking van spuitbussen zal vaak niet leiden tot een oplossing.
9. Verspreiding van ziektes
Tapijtkevers zijn normaliter geen risico voor de volksgezondheid wanneer het gaat om het verspreiden van infectieziekten.