Hommel

Hommel

bron foto: KiBO-ongedierte

 

Plaats in het dierenrijk

De hommel (Bombus terrestris L.)

[table id=19 /]

 

Eerste wetenschappelijke naamgeving door Latreille in 1802


 

1.         Algemeen

Hommels komen algemeen voor in Nederland en België. De meest voorkomende soort is de aardhommel. Hommels zijn sociaal levende insecten. Zij leven in groepen samen met gelijktijdig verschillende generaties. Ze kennen een zogeheten broedzorg. De koningin die in het najaar is bevrucht en op een beschutte plaats de winter heeft doorgebracht, start vroeg in het voorjaar (half maart) wanneer de eerste bloemen gaan bloeien, met de bouw van een nest. Hommels kunnen steken maar zullen dit alleen doen wanneer ze bekneld zitten. Hommels hebben een zeer nuttige functie hebben in de natuur gelet op de bestuiving van planten. Hommels worden dan ook veel gebruikt bij de bestuiving van gewassen in kassen zoals bv. paprika’s en tomaten. De meest voorkomende hommelsoorten in Nederland en België zijn de aardhommel en de steenhommel. Daarnaast komen diverse andere soorten voor. Zie hiervoor de tabel op https://nl.wikipedia.org/wiki/Hommels

2.         Uiterlijke kenmerken

Meest kenmerkend aan de aardhommel is de gele beharing op voorzijde van het borststuk en op de voorzijde van het achterlijf. Deze zijn als gele banen zichtbaar, overdwars gepositioneerd. Op het achterste deel van het achterlijf hebben ze een witte stip.

Hommels zijn duidelijk groter dan bijen en hebben een zeer zware beharing. Mede door deze sterke beharing kunnen ze goed tegen lagere temperaturen en zijn ze in staat de temperatuur van het lichaam hoog te houden.

In het voorjaar vallen koninginnen op doordat zij laag over de grond vliegen op zoek naar een geschikte nestelplaats. Regelmatig land ze om een holte te inspecteren. Hommels maken vaak gebruik van oude muizenholen om een nest in te bouwen.

3.         Voedsel

Hommels leven van stuifmeel en nectar uit bloemen.

4.         Ontwikkeling

Hommels hebben een volledige gedaanteverwisseling (ei, larve, pop, imago). Dit betekent dat de larve, het stadium dat uit het eitje komt, niet op het volwassen insect lijkt.

De koningin, die groter is dan de werksters, ontwaakt in het voorjaar, medio maart, uit haar winterslaap om op zoek te gaan naar een geschikte plek voor het bouwen van een nest. Nadat ze een geschikte plek heeft gevonden, begint ze met het leggen van enkele eitjes (10-12 stuks). De eitjes ontwikkelen zich tot larven. Nadat de larven zich hebben verpopt verschijnen uit de poppen op een gegeven moment de werksters. Deze nemen de zorg voor het nest van de koningin over. Het nest moet op een temperatuur van ca. 30 0C worden gehouden. Dit gebeurd door trillende bewegingen te maken met hun lichaam. Gedurende een seizoen kan het aantal aardhommels in een nest oplopen tot ca. 450 stuks. De levensduur van een nest is ca. 14 weken. De koningin wordt bevrucht en gaat op zoek naar een geschikte plek om te overwinteren. Het nest sterft uit.

5.         Verspreiding en habitat

In Nederland en België komen hommels algemeen voor. Aardhommels maken hun nest voornamelijk in de grond. Ook worden nesten wel aangetroffen in holten in de spouwmuur van gebouwen.

6.         Preventie en bestrijding

Preventie

Hommels nestelen graag in de spouwmuur van onze woningen. Het is mogelijk preventieve maatregelen te treffen om de toegang voor hommels tot de spouwmuur te verhinderen:

Bijenbekje voor afdichten van stootvoegen

  • openingen in muren dichtmaken
  • ventilatieopeningen voorzien van ‘bijenbekjes’.

Bestrijding

Hommels zijn beschermd en mogen dan ook niet bestreden worden. Gebruik van bestrijdingsmiddelen is dan ook verboden en ongewenst. Beter is om nestvorming te stimuleren. Meer hierover leest u op de website van de KNNV: www. knnv.nl/hommels

7.         Verspreiders ziekten

Hommels beschikken over een angel waarmee ze mensen kunnen steken. Dit zullen echter alleen dan doen op het moment dat ze bekneld zitten. De steek is vervelend maar minder heftig dan die van een wesp. De angel van een hommel bezit, anders dan die van een bij, geen weerhaken waardoor deze bij het steken niet in de huid achter blijft. Een hommel kan dus vaker steken.

 

Meer informatie:

https://nl.wikipedia.org/wiki/Hommels