Het aantal ratten in Nederland lijkt toe te nemen. Dit kun je in ieder geval concluderen uit de vele berichten in de media over gemeenten die met overlast te maken hebben.
In Schiedam hebben de ratten vrij spel, in Maastricht moet men maar wennen aan ratten op straat, In Landgraaf leggen boze bewoners enkele dode ratten op de balie van de woningbouwvereniging, in Haarlem deelt men gratis rattenklemmen uit. En dan hebben we het nog niet over Tilburg waar men de ratten met pindakaas te lijf gaat of over Sittard-Geleen of IJsselstein waar men overlast ondervindt of waar sprake is van een rattenplaag. Zo maar een greep uit berichten in de afgelopen weken.
Of er inderdaad sprake is van een toename en hoe groot de ‘overlast’ is, is moeilijk vast te stellen. Een gegeven is echter wel dat ratten dragers zijn van ziektekiemen en daarom een bedreiging vormen voor onze gezondheid. Hoe meer ratten, hoe groter het risico om een ziekte (ziekte van Weil) op te lopen. Dit is dan ook de reden, dat gemeenten de taak hebben om verspreiding van infectieziekten te voorkomen. In het verleden werden ratten bestreden door het gebruik van chemische bestrijdingsmiddelen. De wetgeving hieromtrent is de afgelopen jaren echter drastisch veranderd. De regelgeving is zodanig aangescherpt dat we net zo goed kunnen spreken van een ‘verbod’ op het gebruik van chemische bestrijdingsmiddelen. Resultaat is, dat deze middelen pas mogen worden toegepast op het moment dat alle risicobeperkende maatregelen (preventiemaatregelen) zijn getroffen en de toepassing van alternatieve middelen en methoden niet hebben geresulteerd tot een oplossing.
Veel gemeenten worstelen met deze verandering en volgen nog steeds het aloude proces van symptoombestrijding door elke melding individueel te behandelen. Daarnaast zijn er ook veel gemeenten die inwoners doorverwijzen naar een professioneel bestrijdingsbedrijf. Echter, symptoombestrijding leidt nooit tot een structurele oplossing en burgers geven nauwelijks tot geen kosten uit voor bestrijding. Het resultaat hiervan is dat ratten zich kunnen blijven voortplanten tot grote overlastveroorzakende populaties zonder dat dit binnen de gemeente zichtbaar wordt. Het gevolg is, dat op het moment dat er sprake is van grote aantallen, het oplossen erg lastig wordt en dat de oplossing veel inspanning vereist en hoge kosten met zich meebrengt, dierenwelzijn hierbij nog niet in ogenschouw genomen.
KiBO is gespecialiseerd in gemeentelijk dierplaagbeheer. KiBO ondersteunt en begeleidt gemeenten bij het opstellen en implementeren van gemeentelijk dierplaagbeheer dat is gebaseerd op de grondbeginselen van Integrated Pest Management (IPM). Door inrichting van een goed functionerend meldpunt en opvolging op meldingen, door verzorgen van voorlichting en monitoring, wordt aanwezigheid van ratten in een vroegtijdig stadium gesignaleerd, kan snel worden ingegrepen waardoor ratten niet meer kunnen uitgroeien tot grote overlast veroorzakende aantallen. Dit kan alleen worden gerealiseerd bij een integrale aanpak waarbij diverse partijen zowel binnen als buiten de gemeente afstemming met elkaar hebben en samenwerken. KiBO kan zorgdragen voor de coördinatie van deze processen. Voor de monitoring van ratten werkt KIBO samen met Ongedierteinbeeld.nl.