OBDAM – Plaagdierbestrijders maken zich grote zorgen over rattenoverlast in Noord-Holland. Zij zien een stijging in het aantal oproepen en de vraag naar hun diensten neemt alleen maar toe. “Het is één grote gatenkaas.”
“Het lijkt alleen maar erger te worden”, klinkt Obdamse bestrijder Ruud Dingerdis bezorgd. “Ik kom soms op percelen, daar is het één grote gatenkaas.” Ook Amsterdamse bestrijder Mario Otten heeft veel werk en ziet de problemen die de knaagdieren veroorzaken dagelijks tijdens zijn werk. “Ik zie zeer ernstige overlast”, doelend op de gevulde rattenklemmen die hij controleert.
Zowel de GGD Amsterdam, als het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu is zich bewust van de huidige zorgen, maar harde cijfers ontbreken op dit moment. Een werkgroep waar onder andere het RIVM aan deelneemt is bezig met het in kaart brengen van de rattenpopulatie in ons land.
Oorzaken
De GGD start in maart met een nieuwe campagne, waarbij actiever wordt gewaarschuwd en geïnformeerd over rattenoverlast. Mensen hebben namelijk, zo oordelen ook bestrijders, zelf een grote rol in de aanhoudende overlast, door bijvoorbeeld rondzwervend afval of achtergebleven brood na het voeren van eenden.
Andere oorzaken zijn zachte winters of het verminderd mogen werken met gif. Dat is de reden dat bestrijder Ruud Dingerdis werkt met een fret. “Ik was al die regels en certificaten die erbij horen zat”, legt hij uit. “Daarom werk ik alleen nog met klemmen en met de fret, want je moet alternatieven vinden.”
Lees ook: De waarheid achter het eendjes voeren: doen of niet?
Rond het studentencomplex in Amsterdam waar Mario Otten van bestrijdingsbedrijf Multitect werkt, staan dozen met klemmen. Een eerste controle toont volgens Otten aan dat het probleem groot is. “Ik vind dat er veel meer moet gebeuren in Amsterdam”, meent hij. “Er wordt best wel naar geld gekeken, maar we hebben nu een aantal dingen gezien en het is best wel duidelijk dat op zo’n klein stuk, de overlast erg is.”
Ook Obdamse bestrijder Dingerdis heeft zorgen over de gevolgen die de rattentoename veroorzaken. “Ratten zijn ook ziekteverwekkers. Als je met ze in aanraking komt, kun je goed ziek worden”, legt hij uit. “Je hebt dus economische schade en zorgen voor de volksgezondheid.”
Rommel opruimen
Over oplossingen moeten beide mannen even nadenken, maar er ligt bij zowel burgers als overheden een verantwoordelijkheid. “Het moet periodiek beter worden bijgehouden en er moet meer actie worden ondernomen in Amsterdam”, stelt Mario Otten. “Als je er meer aan gaat doen, kunnen we het goed naar beneden brengen.”
Lees ook: Zwanenburgers blij met rookproef tegen rattenplaag: “Dit circus, daar hoopten we op”
Ook Ruud Dingerdis wijst eerst naar overkoepelende organisaties. “De mensen goed adviseren”, draagt hij aan. “Als je echt met je handen in het haar zit, bel dan een bestrijder op. Alle adviezen kunnen we geven en negentig procent is toch: rommel opruimen.”
‘Geen plaag, geen vraag’
Hoewel voorlichting wordt genoemd door meerdere bestrijders, blijkt dat niet altijd aan orde. De vijf grootste gemeenten van de provincie werden door NH Nieuws gevraagd of er actief burgers worden voorgelicht en geïnformeerd. De gemeente Zaanstad, Haarlem en Alkmaar bleken daar momenteel niet mee bezig. “Geen plaag, geen vraag”, zo luidde het antwoord uit Alkmaar.
Amsterdam en de Haarlemmermeer doen wel actief aan het informeren van hun inwoners. “Er werd al aan voorlichting gedaan, maar naar aanleiding van de overlast in onze gemeente in oktober van dit jaar is er weer extra stap gezet”, vertelt woordvoerder Wim Koevoet, van de gemeente Haarlemmermeer. “Zo hebben wij een voorlichtingsbijeenkomst in Zwanenburg gehouden en een artikel verspreid in de lokale krant.”
Amsterdam informeert ook actief en vanaf maart zal er met een nieuwe campagne intensiever worden voorgelicht om rattenproblemen te voorkomen.