[fluid][html css=”padding-right:15px;padding-left:15px;”]
Bron foto: Pixabay
Bron: Groen Kennisnet
In het voorjaar van 2018 bleek dat in stedelijke gebieden sterfte onder jonge kool- en pimpelmezen vaker dan normaal voorkwam. Uit onderzoek blijkt dat insecticiden tegen buxusmot een mogelijke oorzaak kan zijn.
De buxusmot (Cydalima perspectalis) is een invasieve exoot die in 2007 voor het eerst in Nederland is aangetroffen. De soort breidt zich sindsdien uit en zorgt voor veel schade in buxus. De mot is nu vooral te vinden ten zuiden van de lijn Alkmaar – Arnhem. Sinds deze zomer is de soort ook al aangetroffen in het noorden van het land.
Buxusmotbestrijding
Veel particulieren proberen de buxusmot aan te pakken door de buxus te bespuiten. Nadat dit voorjaar meer dan normale sterfte van jonge kool- en pimpelmezen in stedelijke gebieden mezensterfte werd geconstateerd, rees het vermoeden dat er misschien een relatie is met de intensievere bestrijding van de buxusmot.
Onderzoekers van CLM Onderzoek en Advies voerden daarom samen met het Nederlands Instituut voor Ecologie NIOO-KNAW en burgers een klein verkennend onderzoek uit. Ze analyseerden een aantal dode jonge mezen uit bos en stedelijk gebieden vonden er restanten van bestrijdingsmiddelen. In een artikel in vakblad Gewasbescherming zetten ze onderzoekers hun bevindingen op een rij.
Buxusmot als voedsel
De eerste onderzoeksvraag die ze wilden beantwoorden was of mezen ook echt buxusmotten eten. Daarvoor hebben ze een volièreproef met koolmezen uitgevoerd die gevoerd met verschillende rupsen en krekels. De mezen bleken een voorkeur te hebben voor rupsen van de buxusmot en het koolwitje.
Bij de analyse van de dode mezenjongen, zowel pimpelmezen als koolmezen werden verschillende bestrijdingsmiddelen gevonden: insecticiden, fungiciden en enkele andere stoffen. In het artikel staan de resultaten in een tabel vermeld.
Particulier gebruik
In de dode mezen in het stedelijk gebied werden meer bestrijdingsmiddelen aangetroffen dan bij de mezen uit het bos. Mezen hebben geen groot foerageergebied. In het artikel wordt gesproken over een gebied van 2.500 tot 3.500 m², dat is een gebied met een straal van 28 tot 33 meter. Dit betekent dat het niet waarschijnlijk is dat de aangetroffen middelen afkomstig zijn uit landbouwgebieden. Omdat professioneel gebruik van middelen in openbaar groen nauwelijks is toegestaan, ligt het voor de hand dat de middelen zijn gebruikt door particulieren.
Sommige middelen zijn in gehaltes aangetroffen die giftig zijn voor vogels. En uit de literatuur blijkt dat aangetroffen neonicotinoiden zoals imidacloprid en thiamethoxamvan mogelijk ook effect kunnen hebben op de vogels.
Niet toegelaten
Met het onderzoek is niet aangetoond dat mezensterfte door bestrijding van de buxusmot wordt veroorzaakt. Maar de onderzoekers schrijven dat gezien het grote aantal insecticiden dat in stedelijk gebied is gevonden, het waarschijnlijk lijkt dat bestrijding van insecten in de stad hiervan de oorzaak is. En opvallend is dat een deel van die middelen niet is toegelaten voor particulier gebruik.
In het artikel komen de onderzoekers met een aantal aanbevelingen. Zo zou nadere onderzoek naar de contaminatie van buxusmotrupsen met pesticiden wenselijk zijn. Maar daarnaast vinden ze dat voorlichting aan particulieren over pesticiden hard nodig is. Gemeenten zouden zich moeten inzetten om restanten van bestrijdingsmiddelen op te ruimen. Ze zouden dat kunnen doen door een campagne ‘Bezem door de middelenkast’ te lanceren.
(Bron foto: Pixabay)
[/html][/fluid]